2020…nu al een bewogen jaar

Toen onze voorzitter vroeg; ‘Theo wil jij het voorwoord schrijven?’, dacht ik ‘Waar ga ik het eens over hebben?’ S&H@ work van 30 september en 1 oktober, het mondkapjes gedoe in de eerste maanden van de coronacrisis? Het lijkt allemaal zo banaal in het licht van de caleidoscopische maanden die we hebben doorgemaakt. U krijgt een korte bespiegeling van het jaar 2020.

Ter voorbereiding op dit voorwoord, ben ik nog eens door mijn agenda gegaan van dit jaar. Januari was relatief rustig; 28 januari nog naar de Ziggo Dome geweest voor een stijf uitverkocht Rock concert. Terugdenkend herinner me nog wel dat ik eind januari al twijfelde of de Ziggo Dome nu wel een goed idee was …en toch… toentertijd was alles nog zo pril en onbekend.

Februari/maart stuk drukker
Medio februari ben ik twee dagen naar het ABN AMRO tennis geweest; zoals ieder jaar een superdruk bezocht seminar van ABNAMRO, de Rotterdamse avond op de donderdagavond; ook volle bak zoals altijd. In maart een PSV-Feyenoord op uitnodiging van Elten – altijd leuk, goed verzorgd en gelijkspelletje.

In die tijd begon het natuurlijk al te dagen dat onze Nederlandse samenleving niet zou ontkomen aan de gevolgen van het COVID-19-virus. In eerste instantie zagen we beelden uit Wuhan met mensen die zomaar dood op straat neervielen; deze beelden kwamen tot ons via niet-officiële kanalen. Toen daar later de beelden van Noord-Italië bijkwamen, apocalyptische registraties die een ieder van ons wreed wakker schudde, werd het serieus en volgden de maatregelen elkaar snel op. Wat uiteindelijk resulteerden in de ‘intelligente lockdown’ die aanving op 15 maart.

Ik wil best toegeven dat ik in die eerste 6 weken doodbenauwd was van het virus; echt serieus bang. Ons gezin was ook in lockdown en op ‘de zaak’ kon iedereen thuiswerken, tenminste; voor wie dat qua aard van de werkzaamheden ook mogelijk was. Het begin van de COVID-19-rollercoaster.

Ik denk dat wij vandaag de dag de impact van het virus op onze samenleving nog nauwelijks kunnen voorstellen; laat staan bevatten. De economische krimp is de grootste van ‘na de oorlog’ en we zijn er nog niet. We mogen hopen dat de werkelijke economie weer snel op gang komt, maar op dit moment valt dit vooral onder de categorie ‘wishful thinking’, is mijn observatie. Ook de financiële sector zal het opnieuw zwaar voor de kiezen krijgen met alle gevolgen van dien.

Op een ander vlak heeft het virus diepe sporen achtergelaten; menselijke waarden, waardigheid en sociale contacten staan onder druk. Wie had zich in 2019 bijvoorbeeld kunnen indenken dat in Nederland mensen ‘afgezonderd’ van hun dierbaren zouden moeten sterven. Sommige van onze woorden hebben een totaal andere lading gekregen; woordsamenstellingen waarvan de meesten van ons zullen bidden dat deze in 2021 weer net zo snel zullen verdwijnen als dat ze opkwamen. De ‘anderhalvemetermaatschappij’ en vooral het ‘nieuwe normaal’ doen mij huiveren. Alle hoop is nu gevestigd op een vaccin. We moeten geloven dat een vaccin het startschot mag zijn voor terugkeer naar het ‘oude normaal’.

Dat 2020 uiteindelijk één jaar zal zijn als een slechte droom; je mag wel zeggen een nachtmerrie!  Laten we ons in 2021 losmaken van die nachtmerrie en weer oprichten.

Hoop doet leven!

Theo de Vliegh