Uit de Monitor Arbeidsongevallen 2024 van de Nederlandse Arbeidsinspectie blijkt dat vooral flexwerkers en oudere werknemers extra kwetsbaar zijn voor arbeidsongevallen. In de industrie komen deze ongevallen het vaakst voor.
Minder dodelijke ongevallen, maar nog veel blijvend letsel
In 2024 registreerde de Arbeidsinspectie 52 dodelijke arbeidsongevallen – een daling ten opzichte van de 72 in het jaar ervoor. Toch blijft het aantal ernstige incidenten zorgwekkend: bij ruim een derde van de ongevallen liep de werknemer blijvend letsel op. Het vallen van hoogte blijft veruit de meest voorkomende oorzaak (ongeveer de helft van alle meldingen). De bouw, landbouw, bosbouw, visserij en de water- en afvalverwerking zijn de sectoren waar de meeste incidenten plaatsvinden.
Kwetsbare groepen: flexwerkers en 55-plussers
Flexwerkers zijn vaker slachtoffer dan medewerkers met een vast contract. In de industrie is zelfs één op de vier ongevallen te herleiden tot een uitzendkracht. Vaak gaat het mis door contact met machines of andere arbeidsmiddelen. Daarnaast vallen mannen van 55 jaar en ouder op als risicogroep: in bijna alle sectoren zijn zij relatief vaak betrokken bij ongevallen. Factoren zoals fysieke belasting, verminderde reactietijd of minder bekendheid met nieuwe veiligheidsprocedures kunnen hierbij een rol spelen.
Risico’s buiten de ‘klassieke’ gevaren
De Arbeidsinspectie wijst in de rapportage ook op minder voor de hand liggende risico’s. Incidenten door brand, explosies of elektrische schokken komen nog geregeld voor. Ook interactie tussen werknemers onderling, of tussen werknemers en dieren, kan tot gevaarlijke situaties leiden. Daarnaast vergroot werken onder bijzondere omstandigheden – zoals onder de grond, in het water of onder hoge druk – de kans op een ongeval. Hoewel deze situaties minder vaak voorkomen, gaat het nog steeds om honderden incidenten in enkele jaren tijd.
Voorkomen is beter dan beschermen
De cijfers benadrukken opnieuw het belang van voorkomen boven genezen. Een veilige werkomgeving begint bij goed risicobeheer: duidelijke procedures, veilige werkmethoden, periodieke inspecties en training zijn essentieel om ongelukken te voorkomen.
Pas wanneer risico’s niet volledig kunnen worden weggenomen, komen persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) in beeld. Denk aan valbeveiliging, gehoorbescherming, adembescherming of beschermende kleding.
PBM kunnen het verschil maken tussen letsel en veiligheid, maar mogen nooit een vervanging zijn voor structurele veiligheidsmaatregelen.
Meer weten over VVGW? Kijk dan hier: De vereniging | Vereniging Veilig en Gezond Werken